Nigel Stanton. Trainer, coach voor teams, organisaties en hun leiders.
06-23332557 | Nigel@croeso.nu
Het boek Aanspreken. Gewoon Doen van Gytha Heins is inspiratiebron voor dit artikel en aanrader voor mensen die er meer over willen weten.
Over aanspreken gesproken (deel 4). AANSPREEKGESPREK IN ACHT STAPPEN
Om de Coronacrisis te bestrijden is het cruciaal dat we ons allemaal aan de genomen maatregelen houden. Niet iedereen doet dat en we spreken elkaar hier niet of nauwelijks op aan. In dit laatste artikel uit een reeks van drie ga ik erop in hoe je een aanspreekgesprek kunt voeren.
Vijf uitgangspunten voor een aanspreekgesprek
Evengoed. We vinden het belangrijk om elkaar aan te kunnen spreken. Het begint bij begrijpen en accepteren dat het voor ons allemaal lastig is. Gytha Heins zei het treffend in haar boek “Aanspreken. Gewoon doen” ‘het gaat er niet om hoe je het doet maar dat je het doet’. Het gaat om het ontwikkelen van een mindset die werkt. Stap-voor-stap en er keer-op-keer meer vertrouwen in te ontwikkelen. Hier geldt echt dat je al doende leert. Daar kan geen feedbacktraining tegenop. De volgende uitgangspunten vormen een goede basis voor het ontwikkelen van die mindset.
1. Ken je intenties
Wat zijn precies je intenties en drijfveren om iemand aan te spreken? Hoe belangrijk is het en met andere woorden, wat is het je waard? Het helpt enorm in het gesprek als je goed kunt vertellen waarom het zo belangrijk voor je is. In het geval van de Coronacrisis kan dat zijn dat je je zorgen maakt en je het belangrijk vindt dat we allemaal gezond kunnen blijven. Wees hierin open.
2. Wees gelijkwaardig
Een gesprek tussen mensen vanuit gelijkwaardigheid verloopt over het algemeen het beste. Door niet direct met opgeheven vinger op de ander af te stappen maar contact te maken hoop je in ieder geval dat mensen niet of minder het gevoel hebben dat je ze terechtwijst en op ze neerkijkt.
3. Wees oordelend niet veroordelend
Je hoort wel eens zeggen dat je ‘zonder oordeel’ zou moeten zijn. Onzin als je het mij vraagt. Als je iemand aan wil spreken heb je nu eenmaal een oordeel en je bent geen Boedha. Geef zo objectief en feitelijk mogelijk weer wat je iemand ziet doen en wat je oordeel hierover is. Je kunt bijvoorbeeld aangegeven dat je vindt dat iemand iets niet of juist wel hoort te doen omdat dit in jouw ogen beter is voor het algemeen belang. Wat ik je niet aanraad om te doen is iemand vervolgens te veroordelen met een diskwalificatie als je bent asociaal, egoïstisch, dom enzovoort en/of er consequenties aan verbinden. Want hoe draag jij op jouw beurt dan bij aan het grotere belang, ‘een prettigere samenleving’?
4. Wees moedig
Vaak verwachten we dat anderen wel ingrijpen. Maar dat gebeurt dus niet altijd. We kunnen dan gaan wijzen en wachten of zelf instappen en gaan staan voor wat we belangrijk vinden. Je weet dan niet van te voren hoe anderen reageren. Dat iemand zich gekwetst of beledigd voelt is eerder wel dan niet het geval. Een conflict of een ongemakkelijke situatie is niet uitgesloten. Heb de moed te accepteren dat je het misschien spannend vindt om te doen.
De echte angsthazen zijn diegenen die niet durven toegeven iets eng te vinden. De echte helden zijn de mensen die erkennen iets eng te vinden en het desondanks toch doen.
5. De wereld zijn we samen
Hoe gek het soms misschien ook lijkt om te doen maar heb ook oog voor iemands beweegredenen en zijn blik op de situatie én vergeet daarnaast niet dat jezelf ook een boodschap hebt. Zo van: “OK meneer, ik begrijp dat het belangrijk voor u is om samen met uw vrienden bij te praten én we hebben de 1,5-meter-afstand-regel die belangrijk is om allemaal na te leven”.
Het gaat om ÉN in plaats van ÓF.
6. Respecteer de grenzen
Respecteer jouw grenzen en die van de ander. Ga door als het kan en stop wanneer het daar tijd voor is. Het is tijd als je merkt dat het niet verder komt, als je merkt dat iemand jouw grenzen overgaat, als je merkt dat de ander er echt niet van gediend is enzovoort.
Je verandert de wereld niet in je eentje. Heb niet de bedoeling om ruzie te gaan maken.
Zes stappen voor een aanspreekgesprek
Nu kan ik me voorstellen dat je denkt, ‘allemaal leuk en aardig. Maar het blijft toch wat vaag want hoe doe ik dat dan, zo’n aanspreekgesprek?‘ Je weet niet hoe zo’n gesprek zal verlopen want de een laat zich makkelijker aanspreken dan de ander. Iemand kan zomaar het conflict met je opzoeken omdat je hem erop aanspreekt dat hij te dicht op je staat in supermarkt. Weer een ander schrikt even als hij zich, doordat jij hem aanspreekt, realiseert dat hij zonder dat hij het door had voordrong bij de kassa en laat je met wel gemeende excuses voorgaan. Enzovoort. Om je toch een houvast te bieden heb ik de onderstaande stappen op een rijtje gezet.
1. Bereid je voor
Weet heel goed waarom je dit wil doen en wat het je waard is, bedenk hoe je over wil komen en hoe je wil reageren op mogelijke tegen reacties.
2. Maak contact
Maak eerst contact door jezelf bijvoorbeeld voor te stellen en aan te kondigen dat je iets komt zeggen wat de ander misschien niet fijn vindt. Vind je het zelf lastig? Dan zou je daar hier ook iets over kunnen zeggen. Wees open.
3. Deel jouw waarom en beschrijf de situatie
Na contact maken kom je met het waarom. Wat zijn je intenties en drijfveren? “Ik vind het belangrijk om te doen want …” Formuleer zoveel mogelijk in een wens in plaats van in kritiek “daarom vind ik het belangrijk dat we allemaal deze regels naleven’.
Benoem zo feitelijk mogelijk wat volgens jou de situatie is. Spreek vanuit de ik-vorm. “Ik zie u dichter dan 1,5 meter bij elkaar staan en dat is niet in lijn met de Corona regels.”
4. Vraag, luister en onderzoek
Vraag de ander naar zijn versie en/of naar zijn intenties. Probeer het te begrijpen.
Allerlei scenario’s zijn er denkbaar hoe het gesprek verloopt. Ga bij jezelf en de ander na of je er al bent of er nog op doorgaat. Als iemand wat prikkelbaar reageert, kun je dat dan misschien laten? Focus je op waar je voor kwam. Misschien doet hij het niet direct, heeft hij tijd nodig maar blijft er wel iets hangen en doet hij het de volgende keer niet meer. Respecteer in wat je ook doet in ieder geval je eigen grenzen en die van de ander. Tot hoever ga je?
Je was gekomen om aan te spreken en niet om in je eentje de wereld te verbeteren of ruzie te maken.
5. Rond het gesprek af
Probeer het gesprek, hoe het ook verloopt, af te ronden. Ook hier geldt, de manier waarop is niet in beton gegoten. Je weet van te voren niet altijd precies hoe het gesprek zal verlopen. Het kan voor jou als aanspreker en voor de aangesprokene een hele opgave geweest, het kan ook appeltje-eitje zijn geweest, was het een bekende of juist een onbekende enzovoort.
- ‘fijn dat we het erover hebben kunnen hebben’.
- ’top hoe je het oppakt. Dankjewel.’
- ‘jammer dat het gesprek zo verlopen is evengoed hoop ik dat je er iets mee zal doen en ik wens je verder een fijne dag’.
Maar zoals al aangegeven, het moet geen maniertje worden en het moet écht zijn. Zeg niet dat het fijn is als je het niet fijn vond.
6. Evalueer
Ga voor jezelf na hoe het gesprek gegaan is.
- Wat waardeer je aan hoe je het aangepakt hebt?
- Hoe zou je het de volgende keer willen doen?
- Je hebt de moed gehad om het te doen. Is het je waard geweest?
Bespreek met bijvoorbeeld de collega die je aansprak eens hoe je het hebt gedaan en hoe het op hem overkwam en met hem deed.
Wie de meeste fouten maakt wint
Uiteindelijk gaat erom dat je links of rechtsom aan gaat aanspreken. Dat je het doet want je hebt een belangrijke reden om het te doen. Omdat het belangrijk is dat een collega zich houdt aan een cruciaal protocol, zodat iemand stopt met het lastigvallen van de cassiere, dat buurman ‘s-nachts zijn muziek stil zet zodat jij en je gezin tot rust kunnen komen, je medewerker moet eerder aan de bel moeten trekken als hij dreigt vast te lopen zodat je hem kunt helpen Enzovoort. Talleloze redenen die het voor jou de moeite waard maken om het aanspreken zoals Gytha dat noemt ‘Gewoon te gaan doen’. Je zou ook kunnen zeggen ‘wie de meeste fouten maakt wint’ (De Vrije Denkers). De beste manier om te leren aanspreken is door te doen, te ervaren en te reflecteren op je doen en laten. Hierbij oefen je iedere keer je aanspreekspier. Misschien is het eerst nog bewust onbekwaam maar vertrouw er maar op dat je er steeds iets bewuster bekwaam in wordt. Het hobbeltje dat je altijd moet nemen wordt wat minder stijl en makkelijker te nemen. Steeds iets meer controle over je oerinstincten en kunnen aanemen als je wordt aangesproken. Ga maar eens na wat je allemaal nog niet kon en wist toen je geboren werd. Hoe je misschien als peuter nog in een tantrum kwam en stampvoetend krijste als je je zin niet kreeg. Hoe je als puber nog niet de gevolgen van je keuzes kon overzien. De enige manier om te leren lopen is stap-voor-stap je stappen gaan zetten, vallen en weer opstaan en opnieuw een stap zetten. En nu doe je al die dingen als volwassene op jouw manier. Je eigen manier. Alsof het nooit anders geweest is. Voor aanspreken werkt dat net zo. Succes.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!